top of page

Twee verhalen uit het boek "Bore-out, een praktische handleiding voor begeleiders"

 

 1.    "Geen order te picken" 

Met het sportkatern vierdubbel opgevouwen in zijn binnenzak loopt Julius naar het koffieapparaat. Hij tapt een dubbele espresso en loopt ermee naar het toilet. Hij groet Rob vriendelijk, die die ruimte net verlaat.

Hij zet z’n espresso naast zich op de grond en gaat geheel gekleed op de bril van de wc zitten, haalt het stuk krant tevoorschijn, vouwt het open en is er al snel in verdiept. Af en toe neemt hij een slok koffie. Nu en dan dringt wat geroezemoes van andere toiletbezoekers tot hem door en wordt een toilet doorgetrokken.

Na een minuut of twintig is zijn koffie op en heeft hij het sportnieuws wel gezien. Hij rekt zich uit en kijkt om zich heen. Wat zal hij nou eens gaan doen?

Zijn oog valt op de vele teksten, die met viltstift op de muur van de wc zijn geschreven. Schuttingwoorden, maar ook hartjes om namen van verliefde werknemers heen.

Hij pakt zijn stift uit zijn binnenzak en denkt even na. Wat zal hij er vandaag eens aan toe voegen? Met hanenpoten begint hij te schrijven:

“Balthasar was hier

Die lust een potje bier

Hij houdt ook van een wijntje

Maar nog meer van een geintje!”

Terwijl hij gaat staan, bekijkt hij zijn pennenvrucht en grinnikt vanwege zijn eigen meligheid. Omdat hij het niet meer weg kan vegen, zet hij er een groot kruis doorheen.

Hij trekt de wc door en gaat de gang op. Zo langzaam mogelijk loopt hij naar de distributieruimte en kijkt op het orderscherm. Er staat één order genoteerd, maar die klant heeft hem gisteren gebeld, omdat hij omhoog zat. Dus die order heeft hij toen meteen verzameld en verstuurd. Geen werk, weer geen werk, net zoals gisteren, eergisteren en de vorige weken!

Rob staat ook een beetje besluiteloos in de deuropening. Die heeft dus ook niets te doen.

Ze kijken elkaar aan, knikken elkaar toe en nemen, zoals al vaker, zonder een woord te spreken het besluit om samen een wandelingetje te gaan maken in het park bij het bedrijf. Misschien kunnen ze wel kijken naar de bejaarden, die er jeu de boulen. Ze zijn tot nu toe niet gemist en ook nu zal waarschijnlijk niemand hun missen.

 

 

 2.   "Bodemloos" 

Als tweejarig jongetje kwam hij naar Nederland. Zijn adoptievader had hem in Zuid-Afrika opgehaald en na de lange vlucht en de rit met de taxi had de rest van zijn nieuwe gezin hem in een met slingers versierd huis opgewacht. “Welkom, Javi,” stond op een bord in de vensterbank, maar hij kon toen natuurlijk nog niet lezen. Zijn adoptieouders hadden al een biologische dochter van vijf en een zoontje van ongeveer zijn leeftijd. Twee witte kindjes die scherp afstaken tegen zijn zwarte huid.

 Hij kon zich daar weinig van herinneren. Wat hij wist, kwam uit de verhalen die zijn ouders hem jaren later nog vaak vertelden. Hoe hij bij hun eerste gezamenlijke maaltijd zijn bordje had leeg geschrokt en het daarna had schoongelikt. Hoe hij bij het spelen met zijn nieuwe broertje diens speelgoed steeds had afgepakt en ze het op de meest onwaarschijnlijke plaatsen terug hadden gevonden.

Vanaf zijn zesde speelde hij trompet. Hij zat bij de waterscouts en haalde het ene zwemdiploma na het andere. De ene hobby volgde de andere op en ook op school was hij niet met opdrachten bij te houden.

Hij werd voorzitter van de leerlingenraad en natuurlijk deed hij examen in een extra, achtste vak. Het eerste geld dat hij met zijn bijbaantje verdiende, besteedde hij aan een enorme bos bloemen voor zijn moeder en een etentje met zijn beide ouders. De week erna vroeg hij hun ongeveer iedere dag of ze ervan genoten hadden. Terwijl hij maar half luisterde naar hun lovende commentaar, was hij in gedachten al weer met een nieuwe verrassing bezig.

Hij wilde veel, kon veel en deed zelfs meer dan hij kon. Op zijn drieëntwintigste belandde hij bij een therapeut. Uitgeput, uitgehold, aan het eind van zijn krachten. Zijn biologische vader was onbekend, maar samen besloten ze dat het goed zou zijn, als hij zijn Zuid-Afrikaanse moeder op zou zoeken

 

Verhaal uit het hoofdstuk "Wat merk je van faalangst?"

Van  “Over succes en falen in dertig verhalen....”

 

 “DE CLOWN VAN DE KLAS” 

Ik wacht bij de deur tot de leerlingen binnen zijn. Zoals gewoonlijk sluit Chris de rij. “Ha juf,” begroet hij me vanonder zijn grijze pet met stoere havikskop. “Ha Chris, zet je je pet zo af, ik wil je gezicht graag zien?” “Zo dan juf?” vraagt hij vrolijk en draait het hoofddeksel achterstevoren. Zijn petten vormen zijn veiligheidsbarrière, maar petjes zijn nou eenmaal verboden op school. “Als je ze tijdens je spreekbeurt maar afzet!”

Die spreekbeurt, daar zeg ik zo wat. Die is al twee keer uitgesteld: één keer toen hij ziek was, de tweede keer doordat hij door een lekke band veel te laat in de les kwam. Ik ken Chris en ook zijn angstige behoefte om onder zo’n klus uit te komen. Daarom heb ik de spreekbeurt apart met hem geoefend en geconstateerd, dat ze prima voorbereid was. Met een lijstje met trefwoorden  en een lijstje mee te brengen spullen. Helemaal oké, wat kon er fout gaan? Maar nu gaat hij met een somber gezicht op zijn plaats achterin de klas zitten, z’n pet naast hem op tafel. De havikskop goed zichtbaar.

Tijdens de spreekbeurt van Marlie hoor ik hem ineens piepen: “Juf,  er lekt iets in mijn rugzak!” De onderkant van die rugzak is al donker gekleurd en een plas melkachtige vloeistof ligt eronder. Ik zucht en zeg: “Ga maar gauw schoonmaken op het toilet en breng papier mee om de vloer ook droog te maken.” Chris staat op, zet z’n pet op en huppelt bijna naar de deur. Daar draait hij zich om en buigt twee keer als een knipmes. “Tot uw orders, juf, tot uw orders!” De pet rolt over de vloer en de klas giert van het lachen. Marlie staat er wat verloren bij.

Een kwartier voor het eind van de les, ik heb Max al naar hem toe gestuurd om hem tot haast aan te sporen, komt hij eindelijk terug, een lange sliert grauw toiletpapier achter zich aan. Weer luid gelach in de klas. Marlie is  gelukkig klaar met haar spreekbeurt. Met dat papier begint hij omslachtig de vloer te boenen. Daarbij gooit hij de rugzakken van andere leerlingen met veel misbaar om zich heen. Ik vraag hem te gaan zitten en de rest na de les te doen.

“Nou juf, dan trekt het wel in het parket,” werpt hij tegen. “Dit is geen parket, maar linoleum, dat kun je dweilen,” is mijn reactie.

Er is  onvoldoende tijd over voor zijn spreekbeurt, dus ik vraag hem, na de schoonmaak een nieuwe afspraak te komen maken. Hij gaat zitten op zijn plek op de achterste rij en we gaan verder met de les. Het is weer rustig in de klas.

Van zijn bravoure is niets meer over, terwijl hij wegduikt achter zijn voorburen. Weer twee dagen om paniek op te bouwen voor die spreekbeurt, want het moet er toch eens van komen….

IMG_1507.jpg

 

   Verhaal uit het hoofdstuk "Wat merk je van faalangst?"
   Van  “Over succes en falen in dertig verhalen....”

   Dat stemmetje in je hoofd: “NIET GOED GENOEG!”

    Wanhopig kijkt Melanie naar haar bed waarop de berg kleren groeit.

    Ze heeft een sollicitatiegesprek en kan niet kiezen wat ze aan zal trekken.

   Gisteravond is ze ook al uren aan het passen geweest. Even heeft ze overwogen haar zus te vragen of ze

   haar nieuwe jurk mag lenen. Ze hebben vrijwel dezelfde maat, maar Laura kan zo woedend uitpakken,

   als ze kwaad wordt, dat ze het maar heeft gelaten.

   In de spiegel ziet ze het zoveelste onaantrekkelijke plaatje. Ze is te dik, vindt ze, maar om te lijnen  is ze     een te grote slappeling. Meteen bedenkt ze, hoe stom haar plan is om zich na haar sollicitatiegesprek         te  trakteren op een sorbet. Alsof ze niet al vet genoeg is!

   Na nog wat kleren aan- en uitgetrokken te hebben, ziet ze dat ze dringend moet gaan. Ze vertrekt in de

   rok en  blouse, die ze aan heeft en bedenkt onderweg, dat dat een erg truttig geheel vormt. Zo kan ze

   toch geen indruk maken! Het is best een trendy bedrijf en daar komt zij dan in haar kokerrok en

   bloemetjesblouse….

   In de bus haalt ze snel nog een kam door haar haren, want dat is ze met al dat gepas vergeten. Ze heeft

   zich echt goed voorbereid op dat gesprek en nu ziet ze er zo uit! Ze heeft kramp in haar buik en ze

   vergeet bijna op tijd uit te stappen.

   Bij de ingang van het gebouw staat een veiligheidsagent, die haar van top tot teen, bekijkt en ze

   verbeeldt zich: met een afkeurende grijns. Ze durft al bijna niet meer naar boven te gaan. Waar de liften

   zijn, durft ze ook niet te vragen en ze loopt heen en weer, totdat ze er toevallig bij terecht komt. In haar

   haast botst ze tegen een vrouw met een kindje op haar arm. Dat begint te schreeuwen en ze raakt

   helemaal in paniek, prevelt, “Sorry, wat stom van mij!” en rent verder. Weer trekt haar buik samen van

  de kramp.

  Naast het vertrek waar ze moet zijn, is een wachtkamer. Daar zitten meer sollicitanten en er blijken er

  twee voor haar aan de beurt te zijn. Heeft ze zich voor niks zo gehaast!

  Ze bezoekt het toilet, want naast haar darmen begint haar blaas zich nu   ook  te melden. Dan neemt ze 

  met trillende handen plaats op de enige nog vrije stoel en ziet dat al haar concurrenten  piekfijn gekleed  , gekapt en opgemaakt zijn. Hun nagels keurig gelakt. In haar gedateerde kloffie  valt ze helemaal uit de

  toon.  Door de lange verkleedpartij is ze aan opmaken niet eens toegekomen. Ze gaat op zoek naar haar

  lippenstift en ziet, dat haar introductiebrief  niet in haar tas zit. Die heeft ze er gisteravond in gestopt,

  maar ook weer uit gehaald, omdat ze hem nog eens door wilde lezen.

  Balen! Terwijl haar darmen rondspoken in haar buik en tranen in haar ogen prikken, staat ze op, trekt

  haar jas aan, gaat nog eens naar het toilet en vertrekt dan met gebogen hoofd. Deze wedstrijd kan ze

  toch nooit winnen!

  blog https://lnkd.in/gbVmj5W

 

bottom of page